Een herinnering

Gisteravond kwam ik ergens, ik geloof op Instagram, het bericht tegen dat mijn vage kennis L. is heengegaan. Hij overleed aan kanker en het drama voltrok zich uiteindelijk behoorlijk snel, tenminste, zover ik kon opmaken uit de berichten die ik las en flarden uit zijn eigen relaas op social media over het nogal grillige verloop van zijn ziekte.

Vele jaren geleden studeerde ik Nederlands aan hetzelfde hbo-instituut als hij. Het was een lerarenopleiding waar je op dat moment ook kon kiezen voor een ‘vrije studierichting’. Een kolfje naar mijn hand, want dat gaf mij de gelegenheid een pretpakket samen te stellen voor mezelf, waarin ik alleen maar vakken volgde die ik heel erg leuk vond: dingen als Toneel, Poëzieanalyse, Scriptwriting en Filmgeschiedenis. In het kader van die laatste zaten we met een clubje studenten elke zoveel weken (ik geloof elke maand, maar dat weet ik niet meer zeker) in de oudste bioscoop van Nederland, om een lezing te volgen en in aansluiting daarop een film te bekijken die in het kader van de lezing paste.

Dit college was te volgen in de middag- en avonduren. Meestal ging ik naar het avondcollege, maar ik herinner me ook een keer dat ik de lezing en aansluitende film bezocht in de middag. De meeste van mijn medestudenten hadden ook deze week voor de avondvoorstelling gekozen – ik weet echt niet meer waarom ik er in de middag was, maar dat doet er ook niet toe.

L. was de enige van mijn medestudenten die er die middag ook was. Ik ging niet echt met hem om en ik vond hem ook niet bijzonder aardig, maar toen hij vroeg of hij naast me mocht komen zitten zag ik geen reden daar afwijzend op te antwoorden.

Misschien voel je hem al aankomen.

De lezing kwam en ging. En nog geen vijf minuten nadat het zaallicht uit was gegaan voor de film greep L. me zonder aankondiging en angstaanjagend doelgericht ongegeneerd in mijn kruis. Ik was even doelgericht met de mep die ik hem verkocht. Meteen daarop stond hij op, om heel ver weg van mij weer te gaan zitten.

De rest van mijn studententijd (en ook daarna) heb ik hem zelden meer gezien.

Met andere woorden, mijn vage kennis, studiegenoot L., de laatste jaren van alle kanten bewierookt om zijn literaire prestaties, randde mij ergens aan het begin van de jaren 90 heel banaal aan tijdens een college over filmgeschiedenis. Neem ik hem dat nog steeds kwalijk? … eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik even twijfelde over het antwoord dat ik op die vraag ging geven, maar het is: nee. Dat neem ik hem niet meer kwalijk. Maar het is wel lullig (no pun intended) dat dit het eerste en zo’n beetje enige is wat me aan herinneringen aan L. te binnen schoot toen ik las dat hij de pijp uit was gegaan.

Geplaatst in Lief dagboek, Persoonlijk, Random writings, Schrijfsels | Tags: , , | 5 reacties

‘Een plek geven’

Vorige week sprak ik met iemand over verlies en rouw. Op een gegeven moment zei ze tegen me: “Jij hebt de dood van jouw moeder goed verwerkt, toch?” En daar had ik geen simpel ‘ja’ of ‘nee’ op.

Waarom niet? Om eerlijk te zijn: ik weet niet wat het betekent om de dood van iemand te hebben verwerkt. Het betekent in ieder geval niet dat je ‘verder gaat met je leven’, want het kan dan wel lijken alsof alles tot stilstand komt wanneer je een dierbare verliest, maar feit is dat ‘het leven’ nooit stopt en ‘verder gaan’ móét vervolgens eigenlijk gewoon wel. En feit is dat ik nog steeds elke dag (ja echt, elke dag) moet huilen omdat mijn moeder er niet meer is en daarmee de dingen niet meer zijn zoals eerder. Daar rouw ik elke dag nog om.

Op de site Rouwbehandeling.nl (een initiatief van Fonds Slachtofferhulp) noemt men een aantal ‘rouwtaken’ waar je mee te maken krijgt wanneer je afscheid moet nemen van een dierbare. Dat zijn:

Als ik hier voor mezelf naar kijk, dan denk ik dat ik die eerste drie behoorlijk onder de knie heb. Maar ‘het verlies een plek geven’? Dat is zo abstract dat ik er zelfs aan twijfel of ik wel begrijp wat daarmee wordt bedoeld.

  • Het verlies aanvaarden
  • De pijn doorvoelen
  • Je aanpassen aan een leven zonder degene die je moet missen
  • Het verlies een plek geven

Het verlies van mijn moeder is er. Dat is een gegeven. Mijn leven gaat verder, en ik ga ook gewoon verder, en over het algemeen beleef ik heel veel plezier aan de dingen die ik doe en meemaak, maar verdrietig ben ik ook. Wat is dan de plek van dat verlies? Heeft het dan wel een plek gekregen? Of zweeft het nog steeds tussen alles door? Of is dat zweven misschien wel de ‘plek’ die het verlies moet hebben – soms hier, dan weer daar…?

Misschien bestaat het wel helemaal niet: het verlies van een dierbare ‘een plek geven’. Een plek geven klinkt voor mij een beetje als dat je iets wegzet, in een kast zet of iets dergelijks, zodat je er eigenlijk niet meer naar om hoeft te kijken. En om eerlijk te zijn: dat is niet wat ik wil. Ik wil het verlies van mijn moeder niet op een plek opbergen zodat ik het niet meer hoef te zien. Ik voel me diep verbonden met mijn moeder en ik wil haar, en wat ze betekent voor mij, dicht bij me houden. Voor de rest van mijn leven. Als dat betekent dat het verlies voelbaar blijft en dat ik het geen ‘plek geef’, dan is dat maar zo.

Volgens de rouwmeter van de Rijksuniversiteit Groningen zit ik in ‘de groene zone’, wat betekent dat ik geen hulp nodig heb met mijn rouw of rouwverwerking. “Je ervaart soms emotionele reacties op het verlies van jouw dierbare,” staat er bij de toelichting. Tja, dat klopt inderdaad. En weet je wat, ik denk dat ik het gewoon maar zo laat. Misschien is dat wel wat er bedoeld wordt als iemand zegt dat ik de dood van mijn moeder goed heb verwerkt.

Geplaatst in Filosofie, Inspiratie, Persoonlijk, Psychologie, Random writings, Schrijfsels | Tags: , , , , | 3 reacties

WE-300: Uitgeven

Beter laat dan nooit… Ik heb een bijdrage geschreven voor de Word Exact 300-uitdaging van Plato van afgelopen… oktober. Ha.

De dakloze man op Leicester Square vroeg me om een financiële bijdrage. Om precies te zijn vroeg hij me om een Engelse pond. De vriend waarmee ik over Leicester Square liep wilde niets liever dan vlot doorlopen – dakloze mannen hebben we ook thuis en ook daar willen we liever niet door ze lastig worden gevallen. Maar ik stopte.
“Waar heb je een pond voor nodig?” vroeg ik aan de dakloze man.
Hij keek me recht aan en antwoordde: “Voor een kop koffie.” Zijn wenkbrauwen gingen omhoog, alsof hij zijn antwoord heel logisch vond en mijn vraag daarom compleet absurd, en hij knikte haast onzichtbaar naar het filiaal van Starbucks waar we bijna pal voor stonden.
Ik knikte ook, zichtbaarder. “Ah,” zei ik, even naar datzelfde filiaal van Starbucks kijkend. “Maar. Heb je aan een pond dan wel genoeg?”
De dakloze man hipte wat van zijn ene op zijn andere been, wierp een blik op mijn vriend, die duidelijk stond te balen dat ik nog een gesprek met de man aan was gegaan ook, en maakte een paar onduidelijke hoofdbewegingen. Uiteindelijk zei hij: “Ik denk het niet.”
“Ik ook niet,” zei ik.
De dakloze man liet zijn hoofd een beetje hangen. Na een korte stilte tussen ons zei hij wat verslagen: “Nou, dan wens ik u een mooie dag toe.” En hij begon zich om te draaien om een andere voorbijganger aan te klampen.
“Wacht even,” zei ik. En toen de dakloze man vragend naar me keek: “Kom, we gaan koffie halen.” En zonder op zijn rectie te wachten liep ik naar de Starbucks toe. De man volgde me.
Binnen liet ik de dakloze man een koffie kiezen uit het ruime assortiment. En een muffin. En een broodje. Zijn stralende lach naar me toen ik hem smakelijk eten wenste was onvergetelijk.

P.S. De Starbucks op Leicester Square in Londen is alweer enige tijd gesloten.

Geplaatst in Persoonlijk, Random writings, Word Exact 300 | Tags: , , , , | 9 reacties

Goede voornemens

Aan het begin van een nieuw jaar hebben de meeste mensen goede voornemens. Stoppen met roken was er eentje die ik altijd veel hoorde in mijn omgeving. Of afvallen. Minder drinken. Afijn, je snapt het idee (en misschien heb je zelf ook wel van dat soort voornemens 😉).

Wat mij betreft gaan goede voornemens niet in per 1 januari. Zo ben ik ergens in november begonnen met mijn goede voornemen om minder op mijn mobiele telefoon te gaan zitten rommelen (wat nog steeds niet zo goed lukt, vorige week zat ik toch weer gemiddeld op 3 uur schermtijd per dag) en geldt mijn voornemen minder alcohol te drinken al sinds de zomer (dat lukt overigens prima).

En er is een goed voornemen dat ik elke dag weer opnieuw in laat gaan. Soms lukt het voor geen meter, om welke reden dan ook, maar het gaat me meestal goed af, en ook steeds beter. Het voornemen om aardig te zijn.

Nee, niet people-pleasing-aardig. Gewoon, normaal, aardig. Een deur openhouden voor iemand die achter me loopt. De kassière van de HEMA een fijne dag wensen. Geduldig wachten tijdens een controle bij de zelfscankassa (en die dame of heer bedanken als ze klaar zijn met hun werk). Iemand voorlaten in het verkeer.

Maar ook aardig zijn tegen mezelf. Mezelf bijvoorbeeld niet in gedachten afzeiken als ik merkt dat ik toch weer onbenullig zit te scrollen op Instagram. Het mezelf niet kwalijk nemen als ik een maand lang niks schrijf voor op mijn blog (want daar ga ik niet meer van schrijven, getuige het aantal blogs dat ik in de afgelopen maanden heb geschreven…) of in mijn dagboek.

Ik weet dat er oorlog en ellende is in de wereld. We worden immers elke dag ongeveer elk half uur met onze neus op de feiten gedrukt. Maar dat hoeft niemand ervan te weerhouden gewoon iets kleins te doen als aardig zijn tegen zichzelf en een ander. Want ook kleine, willekeurige vriendelijkheden die je uitwisselt helpen; de positieve energie die aardig zijn losmaakt helpt alles en iedereen.

Geplaatst in Filosofie, Persoonlijk, Psychologie, Schrijfsels | Tags: , , , | 2 reacties

Tijd

Beeld van Shutterstock via Quest.nl

Gisteravond zat ik thuis op de bank, heerlijk een zaterdagavond alleen thuis – er is bijna niks wat ik liever doe dan een zaterdagavond alleen thuis op de bank zitten en (bijvoorbeeld) muziekdocumentaires kijken. En een beetje nadenken en filosoferen, natuurlijk, want dat is ook wat je op een gegeven moment doet wanneer je alleen zit (ik wel in ieder geval). Helemaal wanneer het einde van het jaar nadert. Dus overdacht ik 2023 een beetje, en kwam vanzelf terecht bij de drie jaren die ervoor zaten.

Drie jaren waarvan ik vind dat ze verloren zijn gegaan. Sterker: drie jaren waarvan ik vind dat ze me zijn afgenomen. Drie jaren waar ik boos om ben, waar ik boos óp ben. Drie jaren waarin gewoon een hoop onprettige dingen gebeurden, waarin dingen voor altijd verloren gingen, waarin er voor altijd afscheid genomen moest worden, waarin dromen verdwenen om misschien wel nooit meer terug te komen. Drie jaren waarvan ik vind dat ik ze terug moet krijgen.

En dat is natuurlijk onmogelijk.

Toen ik vanmorgen met de stofzuiger in de woonkamer stond om de naar binnen gelopen naalden van de lariksen hier tegenover mijn huis op te ruimen bedacht ik me dat het precies dat is waardoor ik al een hele tijd boos ben – waardoor ik al een hele tijd niet vooruit kom en, bijvoorbeeld, al een hele tijd niet goed toe kom aan schrijven. Ik blijf een beetje hangen in dat verongelijkte gevoel dat iets of iemand mij die afgelopen drie jaar moet vergoeden. Dat ik er iets voor terug moet krijgen. Ik wil compensatie, ik wil vereffening, ik wil terugbetaling van iets wat weg is.

En dat is meteen de reden dat ik er maar in blijf hangen. Dé manier om boos of verongelijkte te blijven is precies dit: verlangen naar een goedmakertje voor wat er niet meer is. Ga het maar eens na bij jezelf: waarom blijf je boos, verdrietig of teleurgesteld nadat je iets hebt verloren? Meestal precies daarom: je wilt er iets voor terug. Er is iets weg en dat gat moet gevuld, liefst met iets ‘beters’.

Maar voor tijd bestaat geen compensatie. Gebruiksvoorwerpen die je hebt verloren of die stuk zijn gegaan kun je vervangen. Maar tijd is weg. Tijd verdwijnt en er komt nooit iets voor in de plaats. En dan kun je boos, verdrietig of teleurgesteld blijven tot in de eeuwigheid, maar het enige wat dat oplevert is dat je nog meer tijd verdoet.

Mijn voornemen voor 2024 is dan ook dat ik het verlangen naar compensatie voor verloren tijd in 2023 laat. Want dat is de enige weg naar voren. En ik wil niet nog eens drie jaar aan tijd verdoen met verlangen naar terugbetaling voor dingen (zoals tijd) die zich niet laten vervangen.

Geplaatst in Filosofie, Inspiratie, Lief dagboek, Persoonlijk, Psychologie, Schrijfsels | Tags: , , , , | 3 reacties

Vriendschap is soms inderdaad een illusie

Beste voormalige vriendin,

Bij het maken van een (al maanden zeer nodige) back-up van allerlei bestanden kwam ik een paar foto’s tegen van ons samen. Ik schrok er een beetje van ineens je gezicht te zien. En ik moest de neiging onderdrukken de foto’s niet alleen snel dicht te klikken, maar zelfs helemaal weg te gooien. Herinneringen zijn herinneringen, nietwaar. Ook achteraf pijnlijke herinneringen horen daarbij.

Je moet weten dat ik je inmiddels al jaren niet meer op heb gezocht. In mijn dagboeken, tussen mijn foto’s of op internet. En al die tijd heb ik ook geprobeerd me niet met je bezig te houden. Niet omdat je me niet interesseert, maar vooral omdat het heel veel pijn deed (en soms nog doet). De manier waarop je mij en mijn vriendschap ineens dumpte als een oud vod dat je niet meer wilt dragen.

Het is niet zo dat ik je los heb gelaten, want loslaten bestaat volgens mij helemaal niet. Het is ook niet zo dat ik alle dingen die je niet tegen me gezegd hebt waar je me wel voor uit je leven hebt gebannen een plekje heb gegeven (zelfs na al die tijd niet), want dat kan ik helemaal niet, aangezien ik absoluut niet weet wat ik gedaan heb waardoor jij zo’n enorme hekel aan mij hebt dat je me nooit meer wilt zien. Maar ik vergeef je wel. Sterker, ik vergeef je elke dag. De ene dag lukt dat beter dan de andere, maar ik doe het, met overtuiging. Zodat jij elke dag een beetje minder zichtbaar wordt in mijn leven, en zodat ik verder kan.

Ik las een tijdje geleden ergens in een artikel dat je bij rouwverwerking, niet zo zeer bij het overlijden van iemand maar bij, bijvoorbeeld, het verliezen van een vriendschap of het afsluiten van een periode die veel voor je heeft betekend, vooral de hoop op een beter verleden moet loslaten. Dat heb ik gedaan. Dingen die zijn gebeurd, kunnen niet meer veranderen.

Dus ik vergeef je. Voor alles wat je nooit tegen me zei maar wel tegen me gebruikte, voor alles wat je me niet liet weten maar me wel kwalijk nam, voor al die keren dat je me bedankte maar het niet meende, voor elke keer dat je me zwart maakte bij andere mensen, voor dat je me dood hebt gezwegen, voor elke keer dat je me op zo’n manier manipuleerde dat ik me als minder ging gedragen dan ik ben, voor alle boosheid en verdriet. Ik vergeef je, elke dag weer, tot de dag komt dat je zo ver weg bent dat vergeven niet meer nodig is.

Liefs,

Jacqueline

Geplaatst in Lief dagboek, Persoonlijk | Tags: , , , | 8 reacties

WE-300: Vertrekken

Een aantal dagen dacht ik erover na wat ik moest schrijven rondom het woord ‘vertrekken’, de opdracht bij Plato voor de WE-300 voor de maand september. Tot ik vanmiddag iemand sprak die zich opwond over de blokkades op de A12 voor actiegroep Extinction Rebellion en in dat kader zei dat we, als Nederland, niet zo veel geld moesten uitgeven aan maatregelen om het klimaat te helpen stabiliseren. Vooral de kreet dat de natuur het vanzelf uiteindelijk wel op zou lossen inspireerde me. Dus…:

De zon komt op. En ondanks de omstandigheden is het een prachtig gezicht als altijd. Zittend in de opening van mijn tent sluit ik mijn ogen, geniet van de warmte nu het nog niet te heet is.
Vandaag wacht ik. Vandaag wachten we. Want we weten: vanavond is het over.
Het is niet alleen de schuld van de mens. Afijn, dat het aan het begin van deze eeuw op sommige plaatsen op de planeet te heet werd om te leven, dat is natuurlijk wel te wijten aan de manier waarop de mensheid haar bestaan had ingericht en vele tientallen jaren volhield. En ook toen het duidelijk werd dat de mensheid de hoofdschuldige was, weigerden de meesten er iets aan te doen. Eerst riep men massaal dat de opwarming van de aarde onzin was, want “hier sneeuwt het!” en “het heeft hier nog nooit zo hard geregend!”, enzovoort. En toen het niet meer te ontkennen was dat de aarde wel degelijk opwarmde, riep men: “De natuur lost het wel op!”
De zon zelf zorgde uiteindelijk voor de rest. Zonnewind rukte meedogenloos aan de atmosfeer. Of die nu kwetsbaarder was geworden door de hogere temperaturen op de aarde of niet, daar zijn wetenschappers het niet over eens geworden. Maar feit is dat de zonnewind er elk jaar, elke dag, elk uur, elke minuut voor zorgde dat de atmosfeer steeds dunner werd. Dat viel het eerst op boven de noordpool, waar vroeger, toen het kouder was, nog wel eens noorderlicht te zien was. Maar er was niets wat we konden doen. Daaraan niet.
Dus de natuur lost het inderdaad uiteindelijk op. De natuur, zijnde de zon en de planeet, verjagen ons voorgoed. De laatste exemplaren van het menselijke ras sterven vandaag, in de door onszelf veroorzaakte, uitgestrekte woestijn. Vanavond bestaan we niet meer.

Geplaatst in Nieuws, Persoonlijk, Random writings, Schrijfsels, Word Exact 300 | Tags: , , , , , | 17 reacties

WE-300: Bestormen

Net voor de helft van de maand mijn bijdrage aan WE-300. Klik hier voor de spelregels bij Plato. Dit is mijn invulling:

Ze laat hem niet meer binnen.
Toen hun relatie begon te verzuren begon het als een soort van machtsspelletje, je weet hoe dat kan gaan: kijken wie van de twee het langst volhoudt niet te antwoorden als de ander een WhatsApp heeft gestuurd, of hoe lang je het volhoudt niet terug te bellen. Vrouwen zouden daar volgens zijn vrienden minder goed in zijn, vrouwen zouden volgens hen na verloop van tijd weer als was in je handen worden wanneer je ze maar lang genoeg laat wachten. Zeiden ze.
Dat blijkt niet zo te zijn.
Eerder heeft hij geprobeerd haar te verrassen, door plotseling bij haar flat aan te bellen, eerst overdag en toen ook ’s nachts want dat wist hij zeker dat ze thuis was. Daarop zette ze haar deurbel uit. Het is hem ook al een paar keer gelukt naar binnen te glippen in het gebouw door achter iemand anders aan te sluipen en dan ineens voor haar deur te staan, maar ze doet de deur niet meer open. Ze heeft zelfs al een keer de politie gebeld, die hem toen onder enige dwang uit het gebouw zette.
Trut.
Maar nu heeft hij besloten dat het afgelopen is. Ze gaan elkaar zien. Punt. Hij komt in haar appartement, links- of rechtsom. Vanaf het dak van een flatgebouw aan de overkant van waar zij woont kijkt hij al de hele middag naar haar balkon. Ze is thuis, hij ziet haar af en toe door de woonkamer lopen en de balkondeuren staan open.

Als hij op haar balkon staat, dan moet ze hem wel binnenlaten. Dan kan ze niet onder hem uit.
Wat zou het zijn, hemelsbreed? Een paar meter? Moet te doen zijn. Hij is geen doetje, hij is sterk en zelfs atletisch.
Een lange aanloop dan maar, en dan…

Geplaatst in Bericht, Random writings, Schrijfsels, Word Exact 300 | Tags: , , , , | 15 reacties

Over rijm en echo

“De geschiedenis herhaalt zich,” zeggen mensen soms (nou ja, best wel vaak). Meestal geef ik als reactie daarop dat de geschiedenis zich niet herhaalt, maar dat geschiedenis rijmt. Er gebeuren altijd dingen die lijken op iets wat eerder gebeurde, en dan is het makkelijker om te zeggen dat het zich herhaalt omdat het nogal filosofisch is om te zeggen dat het alleen de echo is die de boel even hetzelfde laat klinken.

Dat heeft niet alleen betrekking op de wereldgeschiedenis. Alles wat er in het groot is, is er ook in het klein.

Mijn huisgenoot is een mooie Britse Korthaar kater, Daley, en de afgelopen negen jaar leverde hij me vooral heel veel plezier op – hij is nooit ziek en hangt gewoonlijk alleen maar de hele dag zijn eigenwijze zelf uit. Maar sinds een paar weken eet hij slecht of zelfs helemaal niet.

Nu eten katten wel eens slecht, en dan beginnen ze na een tijdje weer te eten alsof er nooit wat aan de hand is geweest, of ze willen gewoon ander eten, of ze zijn ergens misselijk van en als dat voorbij is, dan is alles weer oké. Maar katten houden ook op met eten als ze een pijntje hebben of ziek zijn. Het ongelukkige daaraan is dat ze niet kunnen praten en ook niet op een andere manier duidelijk kunnen maken dat ze zich niet lekker voelen. Nee, ze stoppen met eten. Punt.

Mijn vorige huisgenootje heette Nyx en was een zwart katje zonder staart dat ik uit het asiel had gehaald. Ze was de liefste aller tijden, ik overdrijf niet. De. Liefste. En toen hield ze op een dag op met eten. Eerst hielp een eetlustopwekker nog wel, maar uiteindelijk deed dat ook niks meer. We zijn wel honderd keer naar de dierenarts geweest, Nyxje en ik, en we hebben allerlei onderzoeken uit laten voeren. Maar de dokters vonden niets. Dat duurde enige weken. En toen moest ik haar laten inslapen omdat ze niet verder kon.

Ziedaar de parallel, en de rijmende geschiedenis die erbij komt kijken. Ja, ik weet dat Daley een heel ander beest is dan Nyx, en ik weet dat in het verleden behaalde resultaten geen garantie zijn voor de toekomst. Maar bij zijn volle bakje gaan zitten miauwen omdat hij wel honger heeft maar niet lijkt te kunnen eten, eerst nog wel wat brokjes uit de hand eten maar dat uiteindelijk ook niet meer, een bloedonderzoek en bijbehorend kaalgeschoren pootje en vandaag een echo met bijbehorend kaalgeschoren buikje klinkt heel, heel erg hetzelfde als de laatste weken van Nyxje.

Zoals ik al zei, dat wil niet zeggen dat de geschiedenis zich herhaalt. Maar het rijmt dus wel. En dat rijmen, die echo, dat maakt me verschrikkelijk verdrietig. Ik weet dat het niet hetzelfde is als tien jaar geleden, maar het lijkt er zo op dat ik er bij tijd en wijle helemaal van de kaart van ben.

Straks mag ik Daley weer ophalen bij de dierenarts. Hij is vast heel boos op me dat ik hem daar heb achtergelaten vanmorgen, net zoals vorige keer. Maar wat ik vooral graag wil is dat het rijmen verdwijnt. Dat ik die echo niet meer hoor. Dat ik niet meer hoef te hopen dat mijn mannetje gaat eten, maar dat hij zoals gewoonlijk halverwege de middag alweer bij zijn lege bakje gaat staan miauwen omdat hij vindt dat het al tijd is voor zijn diner.

UPDATE: Daley komt net bij de dierenarts vandaan, en hij is woest. Gewoonlijk is hij heel vriendelijk bij de dierenarts, maar toen ze hem vanmiddag nog een prikje wilden geven voordat hij naar huis ging, kregen ze dat niet meer voor elkaar omdat hij onhandelbaar was. En hij wil nu, thuis, eigenlijk ook niet dat ik hem aai. Hij sluipt door het huis alsof alles nieuw is voor hem. En hij vindt zijn kale buik maar niks. De ziel. Ik laat hem maar even met rust.

Geplaatst in Lief dagboek, Persoonlijk, Schrijfsels | Tags: , , | 7 reacties

Rebel

By Dominic Robinson from Bristol, UK - Banksy Girl and Heart Balloon, CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=73570221

Ik zag twee vriendinnen arm in arm over straat lopen. Jonge meiden, lang, dansend haar. Het was warm; de ene droeg een afgeknipte spijkerbroek bij wijze van short, de ander had een rok aan. Op hun beider rechterkuit prijkte een tatoeage van het bekende schilderij Girl with Balloon van Banksy. Eronder stond geschreven: ‘rebel’.

Nu is Banksy denk ik wel een rebel te noemen. Met de kunst die hij (of zij?) verspreid over de hele wereld op gebouwen en andere openbaar zichtbare plekken achterlaat verzet hij zich op verschillende manieren tegen het heersende gezag. Zijn schilderijen zijn zonder uitzondering aanklachten tegen wat er gaande is in de wereld. En hij zet ze gewoonlijk op plaatsen waarop schilderen in de meeste gevallen niet direct wordt aangemoedigd.

De vriendinnen die voor mij op straat liepen zullen vast ook rebellen zijn; ze verzetten zich vast ergens tegen, ze liggen vast wel eens dwars.

De vraag die bij mij opkwam bij het zien van de tatoeages op hun onderbenen was meer een algemene: waarom vindt zo’n beetje iedereen zichzelf tegenwoordig een rebel? Pasgeleden zei iemand in een gesprek zomaar ineens over zichzelf: “Maar ik ben dan ook een rebel.” Terwijl de conversatie zich richtte op of het oké was om (veel) te hard te rijden op de snelweg (de persoon in kwestie rijdt standaard 20 kilometer per uur harder dan toegestaan). Ben je een rebel als je je niet houdt aan de geldende verkeersregels?

Wat maakt iemand een rebel? Zo gemakkelijk vind ik die vraag niet te beantwoorden. Een rebel is een opstandeling, maar van achter je keyboard opruiende teksten op social media typen is denk ik geen echt teken van rebellie, terwijl veel mensen die dit doen zichzelf wel degelijk rebels vinden. Een rebel is een raddraaier, maar drugs verhandelen lijkt me niet heel rebels (wel verboden). Geen vlees eten is geen daad van rebellie, zelfs al zijn er veel mensen die vegetariërs en veganisten maar raar volk vinden. (Overigens is veel vlees eten andersom ook geen daad van rebellie.)

Is roken of vapen in een ruimte waar een rookverbod geldt rebels (een vriend van mij vond van wel)? Is je eigen kledingstijl aanhouden in plaats van de mode volgen rebels? Is iets anders doen dan andere mensen rebels? Is eigenwijs zijn en blijven tot de dood erop volgt rebels?

Ik weet het niet. Aan de andere kant, ik heb altijd volgehouden dat ik helemaal niet rebels was, maar jaren geleden liet ik me tijdens een gesprek over van alles en nog wat met mijn ouders gekscherend ontvallen: “Dus ben ik toch stiekem een rebel.” Waarop mijn moeder bloedserieus reageerde: “Had je dat na al die jaren nog steeds niet in de gaten, dan?”

Geplaatst in Filosofie, Inspiratie, Lief dagboek, Persoonlijk, Psychologie | Tags: , | 3 reacties