Gisteravond kwam ik ergens, ik geloof op Instagram, het bericht tegen dat mijn vage kennis L. is heengegaan. Hij overleed aan kanker en het drama voltrok zich uiteindelijk behoorlijk snel, tenminste, zover ik kon opmaken uit de berichten die ik las en flarden uit zijn eigen relaas op social media over het nogal grillige verloop van zijn ziekte.
Vele jaren geleden studeerde ik Nederlands aan hetzelfde hbo-instituut als hij. Het was een lerarenopleiding waar je op dat moment ook kon kiezen voor een ‘vrije studierichting’. Een kolfje naar mijn hand, want dat gaf mij de gelegenheid een pretpakket samen te stellen voor mezelf, waarin ik alleen maar vakken volgde die ik heel erg leuk vond: dingen als Toneel, Poëzieanalyse, Scriptwriting en Filmgeschiedenis. In het kader van die laatste zaten we met een clubje studenten elke zoveel weken (ik geloof elke maand, maar dat weet ik niet meer zeker) in de oudste bioscoop van Nederland, om een lezing te volgen en in aansluiting daarop een film te bekijken die in het kader van de lezing paste.
Dit college was te volgen in de middag- en avonduren. Meestal ging ik naar het avondcollege, maar ik herinner me ook een keer dat ik de lezing en aansluitende film bezocht in de middag. De meeste van mijn medestudenten hadden ook deze week voor de avondvoorstelling gekozen – ik weet echt niet meer waarom ik er in de middag was, maar dat doet er ook niet toe.
L. was de enige van mijn medestudenten die er die middag ook was. Ik ging niet echt met hem om en ik vond hem ook niet bijzonder aardig, maar toen hij vroeg of hij naast me mocht komen zitten zag ik geen reden daar afwijzend op te antwoorden.
Misschien voel je hem al aankomen.
De lezing kwam en ging. En nog geen vijf minuten nadat het zaallicht uit was gegaan voor de film greep L. me zonder aankondiging en angstaanjagend doelgericht ongegeneerd in mijn kruis. Ik was even doelgericht met de mep die ik hem verkocht. Meteen daarop stond hij op, om heel ver weg van mij weer te gaan zitten.
De rest van mijn studententijd (en ook daarna) heb ik hem zelden meer gezien.
Met andere woorden, mijn vage kennis, studiegenoot L., de laatste jaren van alle kanten bewierookt om zijn literaire prestaties, randde mij ergens aan het begin van de jaren 90 heel banaal aan tijdens een college over filmgeschiedenis. Neem ik hem dat nog steeds kwalijk? … eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik even twijfelde over het antwoord dat ik op die vraag ging geven, maar het is: nee. Dat neem ik hem niet meer kwalijk. Maar het is wel lullig (no pun intended) dat dit het eerste en zo’n beetje enige is wat me aan herinneringen aan L. te binnen schoot toen ik las dat hij de pijp uit was gegaan.